Pensioen bij de eigen B.V. op de schop
De eerste regeling heet Oudedagssparen in eigen beheer. De dga mag zelf bepalen hoeveel loon hij in de B.V. opzij zet voor later. Hij heeft een juridisch recht op dit spaarpotje. Het wordt jaarlijks opgewaardeerd op basis van de marktrente. De andere regeling heet Oudedagsbestemmingsreserve. De B.V. reserveert elk jaar een deel van de winst. Het is geen spaarpotje van de dga. In de uitwerking is deze regeling gecompliceerder. Ook zijn er meer risico’s voor de belastingdienst. Vandaar dat deze niet de voorkeur heeft van het kabinet. De dga kan bij beide regelingen, als hij met pensioen gaat, een lijfrente kopen of het bedrag in 20 jaar gelijkmatig door de eigen B.V. laten uitkeren. De oplossingen leiden in beginsel niet tot meer of minder belastinginkomsten. Volgens het kabinet bespaart de belastingdienst door deze vereenvoudiging jaarlijks € 2.7 miljoen aan uitvoeringskosten. De invoering kost wel eenmalig circa 1,6 miljoen. Ondernemers zouden jaarlijks € 3 miljoen aan administratieve lasten besparen.